Opruimen, het is niet ieders hobby. Het is zo verschillend hoe kinderen met autisme omgaan met speelgoed en het opruimen ervan.
?De één vindt het heerlijk om alles te sorteren en legt alles netjes weer in de bak waar het hoort
? de ander raakt overprikkeld van alle kleuren en materialen en weet van hoeveelheid niet meer wat hij moet doen
?en weer een ander speelt met alles door elkaar, ziet er een hele fantasie wereld in en vindt het moeilijk om dit alles weer op te ruimen en af te sluiten.
Voor alle verschillende kids werkt weer wat anders. Samen met 6 moeders van een kind met autisme neem ik je mee langs tips, ideeën en inspiratie
Ervaringen en tips van ouders voor ouders over het opruimen samen met je kind
1. Voor je iets nieuws pakt, eerst opruimen waar je mee klaar bent
Een veel gegeven tip is: eerst opruimen en dan iets nieuws te mogen. Dit werkt niet voor iedereen. Dat leg ik je graag even uit.
Sommige kinderen vinden het heerlijk om de treinbaan te bouwen. Daar de autootjes bij te hebben en met blokken flats te bouwen. Ja een hele hoop speelgoed, maar daar wordt ook echt mee gespeeld. Wanneer je maar één speelgoed geeft beperk je het spel hierdoor.
Andere kinderen pakken alles uit en spelen uiteindelijk nergens écht mee. Er is zoveel speelgoed dat de focus weg is en er geen keuzes gemaakt kan worden. Er worden een paar stukjes puzzel aan elkaar gelegd, wat lego aan elkaar een kras op een tekenvel en vervolgens weet hij niet meer wat te doen.
Om er achter te komen of de hoeveelheid speelgoed teveel is of dat er echt met alles gespeeld wordt kun je het spelmoment observeren. Wat gebeurd er? Wat gebruikt jou kind?
“Hij pakte alles uit maar speelde nergens mee. Ik heb toen alles weggezet en liet de auto’s staan. Als ik merkte dat hij na een paar dagen of weken ermee was uitgespeeld ruimde ik de auto’s op, en kwamen de boerderij dieren. Nadat ik dat deed ging hij meer spelen en wat er geen chaos meer in zijn kamer. “
2. Zie speelgoed niet als rommel
Oke, oke.. ik kan me voorstellen als je de slaapkamer inloopt en alle spullen ziet.. Dat je dan denkt: “wat is het hier weer een rommel!” En guilty, dat heb ik ook wel eens gedacht. Maar laten we deze gedachten eens omdraaien. Want speelgoed is geen rommel. Speelgoed is nodig voor kinderen om zich te kunnen ontwikkelen. Zelfs het overhoop gooien van alle bakken met speelgoed. Daarmee komt alles in zicht, is alles klaar om te pakken en kunnen ze zo hun fantasie wereld in stappen.
Bekijk het eens met een kinderlijke bril op. Wat een creativiteit, wat een fantasie om in al deze kleuren en materialen iets moois te zien! Wanneer het je lukt om speelgoed niet (altijd) als rommel te zien kun je veel halen uit tip 3.
3. Maak iets leuks van opruimen
Veel kinderen vinden het leuk om speelgoed ergens in te doen. In tassen, doosjes, bakken etc. Dit is een voorbereiding op zelfstandig opruimen. Ze leren dat alles een plek heeft, hoe je ordent en hoe je opruimt.
Wat vaak gebeurd is dat vooral de ouder het speelgoed aan het opruimen is. Als ouder ben jij het grote voorbeeld. Alles wat je doet wordt gezien en geobserveerd. Wanneer jij laat merken dat opruimen niet leuk is dan zal dit ook zo overkomen op jouw kindje. Ook zij zullen het niet leuk vinden om op te ruimen. Waarom zou je iets doen als het niet leuk is om te doen? Probeer daarom het opruimen niet als iets vervelend te zien maar maak er een feestje van. Hou het leuk, speels en geef spelenderwijs alles weer de juiste plek. Is alles opgeruimd? Geniet dan samen even van dat moment, van de rustige omgeving en dat alles een plekje gekregen heeft.
?Lukt het nog even niet om op te ruimen dan kan dat komen omdat het spelen voor het kind nog niet is afgelopen. Nu opruimen voelt als alles wat opgebouwd en aan gewerkt is weer wegstoppen. Zonde en lastig voor zowel ouder als kind. Probeer in deze situaties duidelijkheid vooraf te geven. Dus op een standaard dag of tijdstip wordt er opgeruimd. Of ruim op tijd aangeven wanneer er opgeruimd gaat worden. Een timetimer kan hier ook bij helpen. Kies ervoor om niet te gebruiken: “we gaan NU opruimen” maar benoem: “Om 5 uur ruimen we alles weer op”. Dit geeft duidelijkheid en de mogelijkheid om spel nog af te maken. Wanneer het opruimen aan het eind van de middag gebeurd kun je vervolgens gaan eten en als het kind dan naar bed gaat komt hij in een rustige opgeruimde kamer.
?Of liggen er zoveel spullen dat je kind geen overzicht heeft, zich overweldigt voelt en geen idee heeft waar hij moet beginnen? Ordelijkheid en netheid is een vaardigheid die elk kind moet leren. Geef je kind handvaten van hoe het moet en waar je kunt beginnen. Stap voor stap. Met een goed voorbeeld leren kinderen en zullen zij daar altijd baat bij hebben.
4. Duidelijkheid: wat hoort waar?
Om op te ruimen moet je weten waar alle spullen horen te liggen. Je kunt dit gemakkelijker maken door prictogrammen, woorden of kleuren te gebruiken. Op elke la of kast wordt benoemd wat daar in komt. Op die manier kan jouw kind al het speelgoed op de juiste plek leggen.
“Wij gebruiken bakken met pictogrammen, het is dan heel duidelijk wat waar hoort”.
5. Een rustig hoofd, een rustige kamer
Als er chaos is in je hoofd, dan zal dit ook zichtbaar zijn in de slaapkamer. Dit geldt niet alleen voor kinderen maar voor ons allemaal. Ook wij kunnen de chaos in ons hoofd uiten in het opruimen van het huis.
“Nu is het bij mijn zoontje een uiting van hoe het in zijn hoofd zit. We zijn dan ook bezig om zijn volle hoofd te ordenen en werkelijk het is terug te zien. Hij begint nu ook voorzichtig orde te maken in zijn spel. We zijn gestart met gedachten samen met mijn zoontje in mapjes te plaatsen. (Orde in het hoofd krijgen) Achterhaal eerst wat er in het hoofd voor zorgt dat de kamer een chaos wordt.”
Door samen met je kind te werken aan orde in het hoofd zal de orde in de slaapkamer vanzelf volgen.
6. Een specifieke plek voor speelgoed
Wanneer je voldoende ruimte hebt zou je al het speelgoed in een speelkamer / andere ruimte neer kunnen zetten. Dan blijft de slaapkamer opgeruimd en blijft daar rust om te kunnen slapen. Wat ook kan helpen is een hoek waar het speelgoed mag blijven liggen. Dan ligt niet de hele kamer overhoop maar alleen de hoek.
“Hier ligt op de slaapkamer een speelkleed. Daar mogen spullen op blijven liggen. De rest van de vloer is vrij van speelgoed. Dit werkt erg goed. Elke week wordt het samen met het kind opgeruimd zodat er op het kleed kan worden stof gezogen. Dat is voor hem heel overzichtelijk.”
Ieder kind is uniek, bij ieder kind werkt weer wat anders.
Wij zijn heel benieuwd: Wat werkt bij jullie goed?